De Familie Bavinck uit Driemond

In de zeventiende en achttiende eeuw ontstaan er rondom Amsterdam verschillende wasserijen. Waren de Amsterdammers eerst met een vreselijke geurvlag op afstand al te ruiken. In de zeventiende eeuw begreep men dat een goede hygiëne een betere gezondheid gaf. De grachtenhuizen gaven geen ruimte voor drooglijnen. Ook ontbraken de bleekvelden in de stad.

In Driemond ontstonden hierdoor uiteindelijk grote industriële wasserijen. Maar eerst werd de vuile was per boot aangevoerd. Honderden vrouwen en mannen deden de handwas in het schone open water. De Smal Weesp, Gaasp en Gein waren hiervoor een uitkomst. Makkelijke aan- en afvoer en schoon water. Wassen, spoelen, drogen, bleken en strijken gebeurden meer en deel buiten. Geen plezierig werk dus.

Het natte buitenwerk zorgde voor veel reumatiek. Van landarbeider naar het werken in de wasserijen gaf wel meer zekerheid van werk en inkomen.

De modernisering is bij de wasserijen ook gekomen. Auto’s gingen voor het vervoer zorgen. En met machines kwam uiteindelijk het meeste werk naar binnen. De stoommachines in grote fabriekshallen met een ketelhuis hun machinekamers maakten het werk deels lichter en gezonder. Maar door deze mechanisatie was er ook minder personeel nodig.

Wasserij Griffioen van de familie Bavinck bestond in 1982 100 jaar. Een belangrijke industrie en bron van werkgelegenheid voor Driemond.

De wasmachines, drogers en strijkbouten in elk huishouden maken veel wasserijen overbodig. Alleen voor de hotelindustrie zijn er nu nog hele grote wasserijen.

Maar voor de oud-Driemonders blijft de wasserij Griffioen en de Familie Bavinck een begrip.

http://historischekringdriemond.nl/