Kloosterbier en meer …

Tijdens een feest in het Kleiburg Klooster geniet ik van een Quadrupel Poorter. Anderen drinken een Tripel IPA. De Quadrupel Poorter heeft mijn voorkeur. De Dubbelblond en Winter Weizen van Kleiburg hebben weer hun eigen liefhebbers. Brouwerij Kleiburg hoort bij het Klooster Kleiburg. Over de terminologie van bier, kloosterbieren, abdijbieren en trappist wordt even gesproken. Een trappist drink ik met veel plezier. Een Belgisch biertje vind ik ook erg lekker. Maar hoe zit het ook al weer met de juiste namen?

Een Abdijbier is een bier dat verbonden is aan een kloostergemeenschap. Deze verbinding is ofwel officieel erkend, waarbij het bier voldoet aan de reglementen, of niet. Indien het voldoet aan bepaalde regels is het meestal een erkend Belgisch Abdijbier. Een voorbeeld hiervan is Grimbergen. In het geval dat het bier gebrouwen wordt door trappisten en erkend wordt door de Internationale Vereniging Trappist, mag het bier een trappist worden genoemd. Een voorbeeld hiervan is Rochefort. Indien het bier niet wordt erkend onder een van die beide noemers, betreft het een onofficieel abdijbier. Dit laatste is het geval als een bier wel de naam van een abdij draagt of zichzelf een abdijbier noemt, maar hier geen erkende band mee heeft. Onder die categorie vallen ook bieren die niet de naam dragen van een specifieke abdij, maar wel gebrouwen worden volgens een dergelijk receptuur. Een voorbeelden hiervan is Sint Bernardus.

Er bestaan diverse soorten abdijbier. Over het algemeen zijn de bekendste een relatief zoete donkerbruine (de ‘dubbel’) en een scherpere en doorgaans zwaardere hoogblonde (de ‘tripel’). Andere soorten zijn de ‘blond’ (de enkel) en de quadrupel. Kenmerkend is dat zij een tweede gisting kennen na het bottelen, de zogenaamde nagisting op de fles.

Sommige abdijbieren worden gebrouwen in een brouwerij op het domein van de abdij door de monniken zelf of door derden. Onder deze abdijbieren bevindt zich een speciale soort, de trappist die aan strikte regels moet voldoen. Een aantal abdijen besteedt het brouwen van bier uit aan commerciële brouwerijen. Vaak wordt hierbij gebruikgemaakt van oude kloosterrecepten. Ook abdijen zonder eigen brouwtraditie verbinden tegenwoordig vaak hun naam aan een bier, terwijl brouwerijen soms bieren noemen naar niet meer bestaande abdijen.

Deze bieren zijn enkel in naam gelieerd aan een voormalige abdij, maar hebben er in feite geen enkele officiële binding mee. Abdijbier is geen beschermde titel en mag dus door elke brouwerij op elke biermerk gebruikt worden. Meestal zijn het Tripels of Dubbels die onder de naam abdijbier verkocht worden.

Klooster Kleiburg is nog erg jong. Zo’n jaar of twee is het klooster nu bewoond door de Abt Johannes van den Akker, gasten en de vaste bewoners.. Een klein jaar brouwt Thomas Hermsen nu het Klooster bier. Martijn Horsman bewaakt de kwaliteit. Het bier werd tot nu toe bij bevriende brouwers gebrouwen. Maar de bouw van de eigen brouwerij is in volle gang. Wordt het dan een trappist, abdijbier of blijft het kloosterbier uit Amsterdam-ZuidOost gewoon het lekkerste bier? Ik kijk in ieder geval uit naar het Bockbier …..

http://brouwerijkleiburg.nl/