Natuuramnesie

Natuur- en vogelbeschermer Marc Argeloo (1959) promoveerde in 2022 aan de universiteit van Utrecht. Een publieksversie van zijn proefschrift werd hetzelfde jaar gepubliceerd door Atlas Contact met als titel Natuuramnesie. Historiek schreef er over. En in deze blogpost besteed ik er ook aandacht aan.

Het oerrund, de Europese steur en de Waddenzee. De steur verdween pas in de twintigste eeuw uit de Nederlandse wateren. Eeuwenlang werd de Europese steur hier gevangen en het vlees en de eitjes (kaviaar) verhandeld. Op 26 juni 1952 werd het voor zover bekend laatste exemplaar op de Nieuwe Merwede gevangen en voor 88 gulden verkocht in Boven-Hardinxveld. Het oerrund en de steur hadden eeuwenlang een belangrijke rol als consumptiebron voor de mens, maar zijn uit ons collectieve geheugen verdwenen.

Aan de hand van de Waddenzee legt de schrijver uit hoe jacht, dijkenbouw, landwinning en visserij de natuur negatief hebben beïnvloed. Ooit kwamen hier walvissen, pelikanen een zeearenden voor en zwommen roggen en dolfijnen hier rond in veel grotere aantallen dan tegenwoordig. Een stijging van de zeespiegel als gevolg van klimaatverandering en bodemdaling vormen tegenwoordig een grote bedreiging voor de schoonheid van het wad. Voor de vismigratie zou het creëren van een verbinding tussen het zoute water van de Waddenzee en het zoete water van het IJsselmeer een vooruitgang zijn. Overgangsgebieden tussen zoet en zout zijn wereldwijd een steeds zeldzamere verschijning. Ooit was dit de habitat van bijvoorbeeld de uitgestorven dunbekwulp, waarvan het laatste exemplaar in Nederland in 1947 werd aangetroffen. Er wordt momenteel gewerkt aan het creëren van een bescheiden visverbinding tussen de Waddenzee en het IJsselmeer, waarbij zout water echter niet in het IJsselmeer mag stromen. Argeloo citeert een deskundige die Hansje Brinker aanhaalt:

“Het idee dat je een gat in een dijk wil maken is totaal not done in Nederland. Je bent een held als je een gat dicht, niet als je een dijk opent.”

Het verhaal van de Hedwigepolder is daar ook een goed voorbeeld van. Ook nu zijn de meningen hierover verdeeld. De Hertogin Hedwigepolder was tussen 1907 en 2022 een ingepolderd deel van het Verdronken Land van Saeftinghe, een natuurgebied in Zeeuws-VlaanderenNederland. n 2005 werd besloten om de Hedwigepolder te ontpolderen om de natuurkwaliteit in de Westerschelde te herstellen. Dit besluit was controversieel in de Zeeuwse en Nederlandse politiek, waardoor het vertraging opliep. In oktober 2022 is een begin gemaakt met de ontpoldering.

Welke natuur in Nederland thuishoort en/of mogelijk is? Terugkerende zeearenden kunnen het ons vertellen en laten zien. Natuuramnesie is door Marc Argeloo onderzocht en beschreven.

Natuuramnesie

ISBN9789045022246

Natuuramnesie

Geplaatst in Biologie, Geen categorie, gezondheid, Kinderen, Natuur, Onderwijs, persoonlijk, Politiek | 7 reacties

Elektrisch leven

De stopcontacten in ons huis hadden vroeger allemaal een kinderbescherming. Toch hebben deze mij niet tegen gehouden tijdens mijn spelen. Het legosteentje met een lichtje is lang mijn favoriet geweest. Al waren de grote platte 4,5 Volt batterijen wel snel leeg. Stroom is stroom. Verschillende voltages zeiden mij nog niets. Met een beetje prutsen kreeg ik de 2 stekkertjes van het legosteentje in een stopcontact. Een knal en een rookwolk tot gevolg en natuurlijk een doorgeslagen stop in de stoppenkast. Op de knal en de doorgeslagen stop reageerde mijn ouders. De 2 stekkertjes in het stopcontact maakte duidelijk dat ik aan het spelen was. De dunne draadjes waren doorgebrand. Omdat ik de stevige stekkertjes vasthield heb ik zelf geen schade ondervonden van mijn ondoordachte actie.

De afgelopen 150 jaar veranderde ons leven flink door elektriciteit die we in en om het huis zijn gaan gebruiken.

Je zet met een druk op de knop de wasmachine aan, gooit het daarna hup de droger in, vouwt het op en legt het tot slot in de kast. En sommigen zijn eerst nog elektrisch aan het strijken. De was doen is voor veel mensen geen favoriete bezigheid, maar met de hulp van de wasmachine en droger is het vrij snel geklaard. De inspanningen met de hand wassen herinner ik mij nog. De groene zeep tot schuim slaan was soms mijn hulp bij de wekelijkse was. Het was ploeteren met water halen, verwarmen, zeep toevoegen, kleren in een grote bak ronddraaien en daarna moest je alles ook nog eens uitwringen. De hele klus kostte al snel een halve of hele dag. Ik heb er nostalgische herinneringen aan. Al zullen oudere vrouwen vooral blij zijn met de huidige wasmachines.

Naast de wasmachine en droger zijn er nog veel meer apparaten bijgekomen, die ons leven flink hebben veranderd en behoorlijk wat tijdwinst opleveren. Zoals herinner ik mij onze eerste koelkast. De plaatselijke blauwe super verkocht deze. Natuurlijk om nog meer omzet te maken. Vreemd want nu is deze blauwe super bijna 20/7 geopend voor alles en nog meer. Een koelkast is dus niet meer nodig? Zelfs ijsblokjes worden verkocht.

Als we door ons huis lopen en kijken wat er allemaal op stroom voor ons werkt? Dan is het uitvallen van de elektriciteit steeds meer rampzalig. Zelfs sfeerkaarsjes hebben tegenwoordig een klein batterijtje ….

Want niet alleen de wijze van verlichting veranderde, het huishoudelijk werk, verwarming en persoonlijke verzorging. Stofzuigers, keukenapparatuur, haardrogers, scheerapparaten: spullen die enkele generaties geleden het huiselijk leven op z’n kop zetten – vooral dat van de vrouw.

Buitenshuis is de Trolleybus een voorbeeld van elektrisch vervoer. In mijn geboortestad nog steeds aanwezig. De tram, metro en trein zijn in mijn huidige woonplaats een belangrijk vervoersmiddel. Al geven mijn buren de voorkeur aan hun eigen elektrische personenauto. Ook op de bouwplaatsen in mijn buurt zie ik steeds meer elektrische vrachtwagens en hijskranen.

Binnenshuis verdwenen steeds meer de fossiele brandstoffen. Maar ook buitenshuis zie ik dit dus steeds meer gebeuren. Rondom de Nieuwmarktbuurt wordt de horeca met elektrische vaartuigen bevoorraad. En ik lees zelfs over elektrisch voortgedreven vliegtuigen.

Nemolink geeft een boekrecensie over “Het Elektrische Paradijs” van Lorenz van Doornen (emeritus hoogleraar klinische en gezondheidspsychologie) en Meta Krüger (emeritus lector leiderschap in het onderwijs) ISBN 9789462499232

Geplaatst in duurzame energie, energie besparen, Geen categorie, persoonlijk, Politiek, windenergie | 18 reacties

Verzuiling en integreren

Heeft de vroegere verzuiling te maken met de huidige problemen rond de multiculturele samenleving? Toen de Molukkers, Marokkanen, Turken, Surinamers hierheen kwamen was verzuiling nog merkbaar. We hadden een cultuur waarin men elkaar erkende en negeerde. Ouderen weten nog dat hun hele leven georganiseerd was naar hun geloof, kerk en aanwijzingen van hun geestelijk leider. Contacten en/of activiteiten over de geloofsgrenzen waren er niet of nauwelijks. De gedachte was dat de nieuwe Nederlanders zo ook hun eigen gemeenschappen zouden vormen, maar zij ervoeren deze houding als afwijzing.

En er zijn meerdere gemeenschappen te onderscheiden en te benoemen:

Mede Nederlanders uit voormalige Overzeese gebiedsdelen van Nederland. Vaak zijn dit Mede-Nederlanders die hun hele leven een paspoort van het Koninkrijk der Nederland hebben gehad. Hun (klein-)kinderen zijn hier in Nederland geboren en getogen.

Voormalige gastarbeiders die met kortlopende of langdurige contracten naar Nederland zijn gehaald om slecht betaald, smerig en gevaarlijk werk te doen. En nu komen er steeds meer EU-arbeidsmigranten naar Nederland.

De opvang van de Molukse gemeenschap in voormalige kampen uit de Tweede Wereldoorlog is tekenend voor Nederlands beleid. Woonwagen- en zigeunerkampen uit het zicht en de bewoonde wereld hoor daar in mijn ogen bij. De pension voor gastarbeiders zijn nog steeds berucht. En de EU-arbeidsmigranten ervaren een herhaling van deze bedroevende huisvesting.

Maar steeds meer en meer hoor ik andere geluiden.

Begin vorige eeuw kwamen er veel Chinezen naar Nederland. Sommige zijn een restaurant begonnen. Al lijkt het erop dat na de Tweede Wereld Oorlog de meeste Chinese uitbaters van de Chinees-Indische restaurants uit voormalig Nederlands-Indië kwamen. Al met al Aziatische Mede-landers/Nederlanders zijn er al lang en veel. De huidige generatie Nederlanders met een Aziatische achtergrond laat steeds duidelijker van zich horen. Het erkennen en negeren bleek in de praktijk vooral te bestaan uit openlijke en verborgen racisme.

De Folklore rondom het Nederlandse Sinterklaasfeest is ontstaan rondom de afschaffing van de Nederlandse slavernij. De invulling, inkleuring en uitvoering is in ruim anderhalve eeuw vele malen veranderd. De cultuur en de traditie van de Sinterklaasviering wordt buiten Nederland niet begrepen. Maar in Nederland wordt over dit kinderfeest al meer dan 50 jaar geruzied en gevochten. Erkennen en/of negeren van de gevoelens van Medelanders/Nederlanders ???

Verplicht aanpassen, de taal spreken, werken en de mond houden? De opmerking: Rot op naar je eigen land!” wordt veel en makkelijk gemaakt. Wanneer de persoon in Nederland geboren is en de familie altijd een Nederlandse nationaliteit heeft gehad? Een Marokkaanse collega vertelde de volgende anekdote. Hij moest oprotten naar Turkije. Waarop hij vertelde dat de afstand tussen Nederland en Marokko kleiner is dan de afstand tussen Marokko en Turkije. Anderen kennen wellicht het filmpje met de Nederlander die vindt dat alle Marokkanen terug naar Istanboel moeten gaan?

Op dit moment zie ik een grote onoverkomelijke scheidslijn door de Nederlandse bevolking. Aan de ene kant: Sympathisanten van de PVV, JA21, groep Haga of Belang van Nederland (BVNL), FvD en BBB afwijzend en vooral heel luidruchtig naar teveel om op te noemen. Voor mij is bij deze partijen kenmerkend dat zij geen oplossingen aandragen maar vooral mensen willen uitsluiten. Aan de andere kant aanhangers van andere politieke stromingen in Nederland.

Onze Nederlandse democratie is belangrijk voor mij. Welke verkiezingsuitslag de Provinciale Verkiezingen op 15 maar 2023 krijgt? De huidige versnippering en polarisatie maakt dat in mijn ogen ons land steeds meer wegduikt het afwijzen van dialoog en oplossingen ….

Geplaatst in Geen categorie, Kinderen, persoonlijk, Politiek | 14 reacties

E-mailen

𝗛𝗲𝘁 𝘃𝗲𝗿𝘀𝘁𝘂𝗿𝗲𝗻 𝘃𝗮𝗻 𝗲𝗲𝗻 𝗲-𝗺𝗮𝗶𝗹 𝗴𝗲𝗲𝗳𝘁 𝗲𝗲𝗻 𝘂𝗶𝘁𝘀𝘁𝗼𝗼𝘁 𝘃𝗮𝗻 𝟰 𝗴𝗿𝗮𝗺 #𝗖𝗢𝟮 

Dat lijkt niet veel, maar als je 50 mailtjes op een dag stuurt, loopt het aardig op. Er is uitgerekend dat het dagelijks versturen en opslaan van 1 mail, een jaar lang, gelijk is aan de CO2 uitstoot van een auto die 50 km rijdt*

Naast het stroomverbruik van je laptop of telefoon, zorgt de opslag van data in de #cloud voor veel CO2 uitstoot. Door digitaal te ontspullen, verklein je dus je voetafdruk!

Schoon je mailbox op: verwijder oude e-mails die je nooit meer leest, en leeg de prullenbak en verzonden items.

Verstuur geen onnodige mailtjes, bijvoorbeeld waar alleen 𝘥𝘢𝘯𝘬 𝘫𝘦 𝘸𝘦𝘭 in staat.

Wees zuinig met het versturen van bijlagen in de mail. Je kunt bestanden beter versturen via WeTransfer. Dan beslist de gebruiker of de bestanden gedownload worden én de link verloopt na een tijdje. In tegenstelling tot bijlagen in een mail die lang bewaard blijven…

Meld je af voor nieuwsbrieven die je toch nooit leest.

Verwijder (een teveel aan) foto’s, video’s en documenten uit je cloud, zodat je minder opslag nodig hebt.

Deze informatie lees ik op LinkedIn bij: Margriet Blanken van Opruimen & ontspullen ♡⁣ | The Green Works & The Green Tale

E-mailen doe ik niet zo veel. Wel maak ik veel blogreacties en Whatsapp-berichten. Van mijn papieren archief heb ik vooral een digitaal e-mail archief gekregen. Met deze tips ben ik daar flink in gaan opruimen. Werkgerelateerde e-mails en nieuwsbrieven zijn opgeruimd. Foto’s, video’s en documenten heb ik nauwelijks tot niet in de cloud.

De vergelijking met autorijden is voor mij niet van toepassing. Maar duurzaam leven probeer ik wel zo veel mogelijk. Mijn voetafdruk verkleinen is een hobby geworden.

https://www.nporadio1.nl/nieuws/onderzoek/d0954139-20d9-4e64-8108-00a8b2247108/zo-vervuilend-is-het-sturen-van-een-mail

Geplaatst in energie besparen, Geen categorie, persoonlijk | 35 reacties

Mi krop (หมี่ กรอบ) 

De Thaise keuken heeft diverse exotische gerechten die de smaakpapillen verwennen en/of prikkelen. Mi krop, gefrituurde rijstvermicelli met een zoetzure saus, is waarschijnlijk in China ontstaan.

Mi krop (หมี่ กรอบ) betekent “knapperige noedels”. Het gerecht wordt gemaakt van dunne rijstnoedels en een saus die vooral zoet is aangevuld met citroen of limoen. De zure/citrussmaak die in dit gerecht prominent aanwezig is, komt vaak van de schil van een Thaise citrusvrucht die ‘som sa’ wordt genoemd.

Mi krop heeft ook een aantal alternatieve namen zoals Mi krop sawoei sawan (หมี่ กรอบ เสวย สวรรค์) (hemels krokant) en Mi krop ror ha (หมี่ กรอบ ร) (knapperig) deze naam kreeg het gerecht door koning Rama V die er gek op was.

Over Mi krop worden mooie verhalen verteld. Toen koning Rama V per boot de bewoners van het Talad Phlu-gebied bezocht, rook hij het gerecht dat door een Chinese immigrant genaamd “Chin Li” (จีน หลี) werd bereid. Hij stopte de boot, name enkele happen en vond het erg lekker. Hierdoor kreeg het gerecht een andere naam: Mi krop ror ha.

  1. Breek de mie in stukjes en frituur deze in olie totdat ze krokant is.
  2. Pas op voor verbranden van de mie.
  3. Laat ze uitlekken op papier en bewaar ze droog.
  4. Fruit de ui(1 eetlepel) en de knoflook(1 theelepel) goudgeel en ringetjes spaanse peper(3) toe.
  5. Roerbak wat voorhanden is en je lekker vindt breng de massa op smaak met citroensap.
  6. Voeg indien gewenst nog peper, suiker en citroensap toe totdat de smaak u bevalt.
  7. Doe nu de mie erbij en roerbak het geheel totdat de mie enigzins aan elkaar blijft plakken.
  8. Strooi de geblancheerde taugeh(100 gram) er over, roer eenmaal door, garneer met lenteuitjes(1 stuk) en korianderblad(0,5 kopjes) en peperringetjes en serveer.
Geplaatst in eten en drinken, Geen categorie, thailand | 15 reacties

Theesommelier Ching-ling Hsiao

Ching-ling zegt: ‘Thee helpt om even uit de drukte te stappen; in die zin is het echt iets voor deze tijd’

Op 5 maart 2022 schrijft Patrick Meershoek in het Parool over Theesommelier Ching-ling Hsiao. Ik citeer nu een jaar later het volledige artikel van Patrick Meershoek uit het Parool. Rondom het NatuurNetwerkNederland gebied Gaasperpark en de renovatie van het Gaasperpark is nog steeds veel rumoer. Zoals er ook vooral gepraat en geschreven wordt over nieuwe horeca en kansen voor ondernemers in en uit Amsterdam-ZuidOost. Ching-ling Hsiao symboliseert voor mij de positieve kracht van heel veel bewoners van Amsterdam-ZuidOost.

Ching-ling Hsiao heeft in Zuidoost al haar Tea Home op wielen, een vrolijk gekleurd busje. Maar ze wil meer: een theepaviljoen aan de Gaasperplas – een ontmoetingsplek. ‘Thee helpt om even uit de drukte te stappen.’

Ching-ling Hsiao heeft een droom. In die droom speelt thee een belangrijke rol. Niet uit een zakje uit de supermarkt, maar losse thee, afkomstig van de bergketen Wuyi Shan in het oosten van China. In de droom wordt die thee geschonken in een houten theehuis in de buurt van de Gaasperplas. Met een klein terras voor de deur en een grasveldje waar lessen tai chi worden gegeven. Of de pittige variant qi gong. Als het de energie maar doet stromen. Naast het theehuis staan de kersenbloesems in bloei die herinneren aan de Floriade van 1982 en in China symbool staan voor de liefde en een nieuw begin.

Het is een goede gewoonte om dromen op te schrijven. Hsiao maakte er meteen een bedrijfsplan van dat, inclusief artist impression, bij de gemeente is ingeleverd. Het theehuis past volgens de 48-jarige ­initiatiefnemer naadloos in de plannen van het stadsbestuur om het park aan de Gaasperplas een grote opknapbeurt te geven.

“Ik zie het helemaal voor me,” zegt Hsiao. “Het paviljoen kan dienen als een vertrekpunt voor de bezoekers van het park. Ik kan wandelkaarten verstrekken met informatie over de geschiedenis van het park en alle mooie plekken in het gebied. En de mensen kunnen bij ons neerstrijken om rustig een kopje thee te drinken en iets te eten.”

Want: behalve een bedrijfsplan heeft Hsiao ook een filosofie. Die komt erop neer dat een kop thee veel meer is dan een kop thee. Het is een wijsheid die haar als kind is ingeprent. “In China nam mijn opa me mee naar het theehuis. Het was de plek waar mensen samenkwamen, waar ver­halen werden verteld en informatie werd uitgewisseld. Thee was het middel om met elkaar in gesprek te komen.”

Zo wil de ondernemer het ook met haar paviljoen. Het moet een laagdrempelige ontmoetingsplek worden, waar bezoekers bij een kop thee kunnen uithijgen van een wandeling rond de Gaasperplas, maar ook met elkaar kunnen kletsen. Als daar de behoefte naar uitgaat. De thee kan ook in stilte worden genoten, met concentratie en respect voor het natuurproduct.

Gediplomeerd theesommelier

In China staat thee op hetzelfde voetstuk als wijn in Europa, vertelt Hsiao, die zich gediplomeerd theesommelier mag noemen. “Er zijn honderden verschillende soorten Chinese thee. De echte kenners kunnen proeven uit welke streek de thee afkomstig is. Er zijn ook soorten met een sterke smaak die je echt moet leren waarderen.” Ook die minder toegankelijke thee­soorten wil Hsiao in haar paviljoen onder de aandacht van haar gasten brengen tijdens een workshop of een theeceremonie.

Ja, de theeceremonie. Dat veel Nederlanders hun kop thee gebruiken om, met één arm in hun jas, haastig het ontbijt weg te spoelen, aanvaardt Hsiao als een cultureel gegeven. Thee uit een zakje met een kunstmatig fruitsmaakje – ze blijft gewoon vriendelijk. Maar echte Chinese thee verdient een beetje ceremonie, zo is het ook wel weer. “Ik organiseer theeceremonies op locatie. Het gaat niet alleen om de thee, maar ook om de sfeer. Ik neem decoraties mee voor een Aziatische ambiance. Als mensen eenmaal binnen zijn, hebben ze geen haast meer. De ceremonie brengt rust. Thee helpt om even uit de drukte te ­stappen. In die zin is het echt iets voor deze tijd.”

Hsiao heeft een band met het Gaasperplaspark. Ze heeft om de hoek gewoond, haar twee kinderen zijn in dat huis geboren. Maar er is nóg een goede reden om het paviljoen op deze plek te willen bouwen. Tijdens de Floriade van 1982 maakte Nederland voor het eerst kennis met een zogeheten Penjingtentoonstelling, een eeuwenoude Chinese kunstvorm waarbij minilandschappen worden aangelegd in de natuur. De losse onderdelen verhuisden na de Floriade naar de Hortus achter de Vrije Universiteit, maar in het park is, verwaarloosd en sfeervol, nog steeds het vroegere decor te vinden: bamboe, grote keien, stromend water.

En dat allemaal op een paar minuten lopen van de plek waar Hsiao haar thee­paviljoen heeft bedacht. Alsof het zo moet zijn, zegt ze. Ze hoopt dat bij de renovatie van het park ook de overwoekerde Chinese tuin in ere kan worden hersteld. Anders dan in Zuid, waar het vroegere Floriade-­terrein in het Amstelpark goed wordt onderhouden, is het Gaasperplaspark ­verwilderd, als een beschaving die ver­loren is gegaan. Mysterieus, maar ook ­jammer. Hsiao: “Er stond een Chinees theehuis, geschonken door het Chinese volk. Het lijkt mij een prachtig symbool om weer een theehuis in te richten.”

Vluchteling

Hsiao beweegt zich soepel tussen de ­Chinese en de Nederlandse cultuur. Dat heeft waarschijnlijk veel te maken met haar worteling in Nederland. Haar vader kwam in de jaren zeventig als economisch vluchteling naar Nederland en toen hij eenmaal een baan had gevonden in een Chinees-Indisch restaurant in Groningen kwamen zijn echtgenote en vier dochters hem achterna.

“Ik kwam als vijfjarige terecht in een gemeenschap die honderd procent Nederlands was. Het eerste jaar op de lagere school heb ik niets verstaan van wat er in de klas werd gezegd. Het was ontzettend koud, weet ik nog wel. Mijn moeder hing de was buiten en de volgende ochtend was alles stijf bevroren.”

Met hard werken wisten haar ouders een eigen restaurant te verwerven, Lotus in Meppel. Hsiao hielp mee in de zaak, maar het was duidelijk dat haar toekomst elders lag. Ze meldde zich in Amsterdam aan voor een studie commerciële economie. “In het weekend ging ik naar feesten voor jonge Aziaten in Utrecht en Amsterdam. Er ging een wereld voor me open. Voor het eerst was ik tussen mijn eigen mensen. Ik herkende veel van mezelf, maar voelde me ook anders. Ik heb bijvoorbeeld weinig met het uiterlijk vertoon van dure auto’s, merkkleding en tassen dat in Aziatische kring erg belangrijk wordt gevonden. Daar ben ik dan kennelijk toch weer te Nederlands voor.”

Na haar studie ging Hsiao aan de slag bij een groot verzekeringskantoor. Daar fungeerde ze al snel als bruggenbouwer. “Ik kan er niets aan doen. Als ik merkte dat er een kloof was tussen de werkvloer en het management, organiseerde ik bijeenkomsten om daar samen over te praten. Vaak valt er wel een mouw aan te passen. Dat kan ook in Nederland. In China bepaalt de leiding hoe het gaat en het is niet de gewoonte daar tegenin te gaan.” Lachend: “In Nederland staat alles ter discussie. In China bouwen ze een stad in vier maanden, in Nederland wordt vier jaar over het ontwerp gesproken.”

Beschaving op vier ­wielen

Het verzekeringswezen is een prachtig vak, maar vijf jaar geleden ontwaakte in Hsiao het verlangen meer te doen met haar leven. Iets met thee. Losse thee, geen zakje. Ze ging in deeltijd werken, kocht van een timmerman een tweedehands Opel Vivaro en liet hem beschilderen door Munir de Vries, bekend van zijn vrolijke wandschilderingen in de stad. Het resultaat was een oriëntale versie van Eduard Manet’s Le dejeuner sur l’herbe. “Ik vond het heel spannend om mijn bus uit handen te geven. De eerste keer dat ik ging ­kijken moest ik bijna huilen. Mijn mooie grijze bus zat onder de rode en zwarte graffiti. Munir stelde mij gerust: het was nog maar een schets.”

Vanbinnen werd de bus omgebouwd tot theebus, met een keukentje, een opbergplek voor de gasfles, een voorraadkast en een achterklep die ook dienstdoet als balie voor de klanten. Dat was de geboorte van Ching’s Tea Home, beschaving op vier ­wielen waarmee de ondernemer rust, ontmoeting en thee onder de mensen brengt – en trouwens ook zelfgemaakte bananencake en dumplings. In de lente en zomer staat ze eens per week bij metrostation Bullewijk. In de afgelopen jaren werd ze ingeschakeld om bij de thee folders en mondkapjes te verstrekken. “Alles wat ik doe, draait om verbinding,” vertelt Hsiao. “We moeten er samen iets moois van maken.”

Nu is het tijd voor een volgende stap, vindt ze. De bus blijft, maar er moet ook een váste plek komen. Er komt een stichting die een crowdfunding gaat organiseren en er wordt gezocht naar vrijwilligers om het paviljoen te bouwen en te beheren.

“Ik wil het samen doen,” zegt de initiatiefnemer. “Samen met de gemeente en samen met de buurt. Het gaat om de verbinding. Vooral in Zuidoost is dat belangrijk. Op mijn plek bij de metro heb ik mensen met veel geld als klant en mensen met weinig geld. Ik vind het superinteressant om te zien dat die mensen met elkaar in gesprek gaan. Beide groepen kunnen van elkaar leren.”

Met dank aan de thee. Losse thee, geen zakje.

Make-over Gaasperpark

Veertig jaar na de oplevering als Floriadeterrein staat het Gaasperpark aan de vooravond van een grote make-over. In 2023 starten de werkzaamheden die het park aantrekkelijker moeten maken voor mens, dier en plant. Als het aan de gemeente ligt, komen er in het gebied rustige zones met hoge natuurwaarden en plekken waar kan worden gerecreëerd door bezoekers uit heel Amsterdam. Komende zomer kunnen bewoners en andere betrokkenen hun mening geven over de plannen. Amsterdam heeft het niet alleen voor het zeggen. Het Gaasperpark maakt deel uit van het Groengebied Amstelland, dat samen met Amstelveen, Diemen, Ouder-Amstel en de provincie Noord-Holland wordt beheerd.

Geplaatst in eten en drinken, Geen categorie | 23 reacties

Duurzaam wonen XXI

Voor aflevering 21 in mijn serie ‘Duurzaam Wonen gebruik ik een krantenartikel. Op nu.nl lees ik het volgende artikel van het AD.

Terwijl een groot deel van het land zich drukt maakt over energieprijzen, heeft Tim Mourik (36) uit Barneveld een energierekening van nul euro. En dit heeft hij helemaal zelf voor elkaar gekregen: ‘We zijn sinds oktober ‘officieel’ energieneutraal.’

Een warmtepomp, zonneboiler, én zo’n 35 zonnepanelen verspreid over het dak van het huis en de garage voorzien het gezin Mourik van stroom en warm water. Voor hen geen dure installateurs: Tim heeft zelf alles zelf de afgelopen jaren geïnstalleerd. “Een puur hobbymatige interesse”, noemt hij het. “Het begon een aantal jaren geleden in ons oude huis, ik dacht ‘zonnepanelen, interessant idee’, en heb er toen zelf een paar geïnstalleerd.”

Van daaruit vloeide de huidige energieneutrale woning. “Toen we dit huis kochten in 2020, was een zonneboiler eigenlijk het enige dat meeverhuisde. De eerste paar jaar hebben we nog gebruik gemaakt van een ‘ouderwetse’ gasaansluiting. Met alleen de zonneboiler zou je vijf maanden geen warm water hebben. In maart 2020 kwamen de eerste zonnepanelen, en die zomer installeerden we een warmtepomp. Afgelopen zomer heb ik de warmtepomp zo aangepast dat deze voor voldoende warm water kan zorgen, als vervanging voor de boiler.”

“En daardoor zijn we sinds oktober helemaal van het gas af”, aldus een trotse Mourik. Op deze manier van je energierekening afkomen, vergt echter wel een flinke investering. “Ik heb er deze week over na zitten denken, ik denk dat we alles bij elkaar zo’n 12.000 euro hebben besteed. En dat is dan zonder de manuren om alles te laten installeren, wat normaal veruit de grootste kostenpost is, en mét natuurlijk de nodige subsidies voor de boiler en warmtepomp.”

‘Je kunt heel veel zelf doen’

“Ik ben heel erg blij dat ik jaren geleden die keuze om wat zonnepanelen te nemen heb gemaakt”, blikt Tim terug. In het dagelijks leven is hij IT’er, “Ik weet niet meer precies hoe ik er in ben gerold. Maar ik ben als IT’er altijd geïnteresseerd geweest in alles wat met computers en techniek te maken heeft. En als je een beetje handig bent, kun je prima heel veel zelf doen. Ik draai er gelukkig mijn hand niet voor om.”

Met de huidige energieprijzen verdient Mourik zijn investering sneller terug dan ooit. “Maar het terugverdienen is niet het belangrijkste: ik kijk tien, twintig jaar vooruit, en daarnaast is het gewoon heel erg prettig om van die vaste maandlasten af te zijn. Ik ben nu alweer bezig met nadenken over hoe ik zoveel mogelijk van onze eigen opgewekte energie op kan slaan en gebruiken. Het installeren van een accu wordt waarschijnlijk mijn volgende project.”

Dubbel gevoel

Tim’s partner en twee kinderen vinden het geklus geen enkel probleem, aldus Tim zelf. “Zo lang het maar comfortabel en warm in huis blijft”, lacht hij. “En de besparing is natuurlijk hartstikke fijn. Met de huidige energieprijzen besparen we als gezin van vier personen zo’n 700 euro per maand aan energie.”

De huidige energiecrisis zorgt voor een dubbel gevoel: “Aan de ene kant ben je natuurlijk blij, dat wij de luxe hebben dat we dit kunnen doen. Aan de andere kant hoor je natuurlijk de schrijnende verhalen. Enorm veel mensen komen in een lastige situatie terecht. Dat is één van de redenen dat wij wat overcapaciteit hebben geregeld: we wekken zo’n 11.000 kilowattuur per jaar op, waarvan we zo’n 9000 verbruiken. Hierdoor kan ik ook ik wat schoon opgewekte energie terug leveren.”

https://www.nu.nl/uit-andere-media/6236447/enorme-energieprijzen-maar-tim-betaalt-niks.html

Geplaatst in duurzame energie, Politiek | 24 reacties

Soto tahoe lamongan

Tahoe, tempeh, tofu of sojakaas eet ik geregeld. Voor sommigen een smakeloos product, voor mij een makkelijke eiwitbron.

Soto tahoe lamongan is een echte Indonesische klassieker. Normaal gesproken wordt deze soep gemaakt met bouillon van vlees en/of groenten en vaak veel specerijen. Deze vegetarische versie uit het Oost-Javaanse regentschap Lamongan is lekker licht maar wél heel smakelijk. Maar de tahoe maakt het weer lekker vullend en voedzaam. In Lamongan betaal je ongeveer 1 Euro voor een portie van deze soep. In een half uur staat er een lekkere soep op tafel. ( Ik leen dit recept van Dosia Brewer)

Benodigdheden:

Dit gerecht is makkelijk te maken en goed voor vier personen.

2 stengels citroengras

stukje gemberwortel van ± 5 cm, in stukjes

stukje galangal (loaswortel) van ± 5 cm, in stukjes

2 sjalotten

2 tenen knoflook

1 el arachide- zonnebloem of maïskiemolie

2 takjes djeroek poeroet, citroenblad*

1 tl kurkuma (geelwortelpoeder)

1 l groentebouillon

3 blaadjes daun salaam (Indonesisch laurierblad)**

1 groene chilipeper, in ringetjes

1 tl gemalen koriander

versgemalen peper, zout

400 g stevige tahoe, in plakjes of blokjes

limoensap, om te serveren

limoenpartjes

taugé

bosuitjes, in ringen

**Kun je dit blad niet krijgen, vervang het dan door kerrieblad of laat het weg.

Extra nodig: staafmixer met hakbakje.

Bereidingswijze Soto tahoe lamongan:

  1. Verwijder de harde stukken van het citroengras en snijd in stukken.
  2. Maal het met de gemberwortel, galangal, sjalotten en knoflook tot een fijne pasta in het hakbakje van de staafmixer.
  3. Verhit de olie in een soeppan en bak de pasta met de kurkuma ± 5 min. op laag vuur.
  4. Schenk er de bouillon bij en roer er de djeroek peroet, daun salaam, chilipeper en gemalen koriander door. Laat op laag vuur ongeveer 10 minuten heel zachtjes koken.
  5. Breng op smaak met peper en zout en voeg de tahoe toe. Laat ongeveer 10 minuten zachtjes meekoken.
  6. Breng op smaak met limoensap.
  7. Serveer met limoenpartjes, taugé en bosuitjes.

Geplaatst in eten en drinken, gezondheid, persoonlijk | 15 reacties

Bijbelse Plagen

Als puber verzorgde ik 2 koppels hagedissen in mijn terrarium. Met een vlindernet fietste ik langs de bermen. Mer een tiental meters ving ik zo een volle broodzak met allemaal verschillende insecten. Ik praat dan over de tijd dat automobilisten op een zomerse dag hun voorruiten moesten poetsen vanwege de dikke laag doodgereden insecten. Het zicht werd door deze smurrie belemmerd. Soms ging ik alleen sprinkhanen vangen in een grasveld.

Kortom aan insecten geen gebrek. En mijn hagedissen hadden een goed leven. In de winter kregen mijn hagedissen meelwormen te eten.

Dat sprinkhanen elders een oogstverwoestende plaag kunnen zijn leer ik in die tijd op school. En de Bijbel lezend leer ik dat sprinkhanen bijna een hele cultuurrijke beschaving hebben verwoest.

Afgelopen zomer (2022) was warm en droog. Zonaanbidders hebben hier natuurlijk van genoten. Maar of het nu echt zo goed en mooi is voor Nederland? Ik heb mijn vraagtekens.

In juli 2021 werd Limburg geteisterd door een watersnoodramp. Waarbij velen zich zorgen maakten voor de zeespiegelstijging kreeg Zuid-Limburg door stortbuien te maken met overstromingen. De rampspoed geeft nog jarenlange overlast. Hoe en of deze overstromingen in de toekomst te voorkomen zijn?

In een artikel op Scientias lees ik dat de Bijbels Plagen echt zijn gebeurd. Maar dat de oorzaak van deze keten van plagen/rampen waarschijnlijk met een Klimaatverandering te maken hebben gehad ….

Met acties, demonstraties proberen een aantal groeperingen nu ook aandacht te verkrijgen voor een huidige Klimaatverandering. Veel wetenschappers ondersteunen de gedachte van een Klimaatverandering. Bij de Nederlandse Politiek en in sommige kringen worden de gevaren van een Klimaatverandering vooruitgeschoven en/of ontkend.

Terugkomend op de insecten en sprinkhanen; Insecten zie ik bijna niet meer. En sprinkhanen al helemaal niet. De leus “zonder boer geen voer” is overal te zien en/.of te horen. Dat insecten van levensbelang zijn voor de bestuiving van planten en dus ook onze voedingsgewassen is minder bekend. En dat insecten nodig zijn om de biodiversiteit in stand te houden en dat zij een noodzakelijke schakel zijn in de biologische voedselketens weet niet iedereen.

Afgrijzen voor kriebelende, friemelende, kruipende, wroetende, vliegende, bijtende, stekende, kleine beestjes? Soms begrijpelijk, maar niet altijd terecht!!!

Geplaatst in Biologie, eten en drinken, Geen categorie, gezondheid, Kinderen, Natuur, Onderwijs, persoonlijk, Politiek | 34 reacties

Urk en Amsterdam

Urk was ooit van Amsterdam

Minder ‘anders’ dan het lijkt.

Klaas de Vries zocht het uit en schreef het op:

Twee eilanden kocht Amsterdam in 1660: Schokland en Urk. De stad hield ze tot 1792 in bezit. Wij kennen Urk als bolwerk van gereformeerde orthodoxie. Dat was niet altijd zo. Vooral Amsterdam heeft de Urkers het calvinisme opdrongen. Die namen dat op de koop toe. Want zonder Amsterdamse steun was het eiland door de Zuiderzee verzwolgen.

Wat nu Urk is ontstond zo’n 150.000 jaar geleden als een grote bult van keileem, omhoog geduwd door het landijs tijdens de voorlaatste ijstijd. Nadat in de 12de eeuw het oude Flevomeer alias Almere zich tot Zuiderzee had ontwikkeld, kreeg het eiland steeds meer te lijden van de vaak woeste golven. Aan de rifachtige zuidwestkust werden steeds stukken afgeslagen, terwijl aan de lage noordoostkant de klei weer aanslibde. Zo veranderde Urk tot ongeveer 1700 voortdurend van omvang en vorm. Hoe lang Urk bewoond is, blijkt een moeilijke vraag. Na de inpoldering werd bij Urk een hertshoornen bijl uit ongeveer 10.000 jaar voor Christus gevonden, maar ook een stenen bijl van zo’n 7500 jaar later. Daarna won de zee weer terrein. De eerste overtuigende sporen van nieuwe bewoning dateren van rond 900 na Christus. 

Ook al waren ze na de 9de eeuw door de zee gescheiden, bestuurlijk was Urk vanaf ongeveer 1300 eeuwenlang een eenheid met Schokland, betiteld als de ‘heerlijkheid Urk en Emmeloord’. Emmeloord was Schoklands grootste nederzetting. Een ‘heerlijkheid’ was een gebied bestuurd en uitgebaat door een Heer die het ‘in leen’ had van een vorst: eerst de Duitse keizer, vanaf 1285 de graaf van Holland, wiens rol na de vorming van de Nederlandse Republiek in 1588 werd overgenomen door de Staten van Holland. In 1616 beleenden die Urk aan de katholieke Vlaamse jonkheer Johan van de Werve, die op een kasteeltje bij Antwerpen woonde. 

De bekering van Urk
Onder meer de 18de-eeuwse stadsgeschiedschrijver Jan Wagenaar duidde Urk en Emmeloord gemakshalve aan als ‘ambachtsheerlijkheid’, net als bijvoorbeeld Nieuwer-Amstel en Sloten. Maar Urk was al omstreeks 900 (bijna drie eeuwen voordat Amsterdam ontstond) een ‘hoge heerlijkheid’. Het verschil: in een ambachtsheerlijkheid moest de heer zich beperken tot de ‘lagere rechtspraak’ (kleinere misdrijven, arbitrage) terwijl een ‘hoge heer’ ook bevoegd was tot hoge rechtspraak: zaken waarin de doodstraf geëist kon worden. 

Een visserseiland was Urk eerst niet. Aanvankelijk overheerste de landbouw, maar de akkers werden steeds weer door de zee weggeslagen. Daardoor werd de veeteelt belangrijker. De populaire Urker boter werd via de markten van Elburg en Kampen verhandeld tot in Keulen aan toe. In de 16de eeuw kwam daar de visserij bij. Eerst dichtbij in de Zuiderzee op haring en bokking die werd verkocht op de markt in Enkhuizen, na 1700 steeds meer op de Noordzee. De daar gevangen schelvis, schol en tong werd bij voorkeur in Amsterdam aan de man werd gebracht. In 1792 leefden alle 142 Urker mannen inmiddels van de visvangst. 

Veel langer dan elders in de regio bleven de Urkers katholiek. Een belangrijke factor was dat ook eigenaar Van de Werve ‘rooms’ was. In 1599 ondernam de hervormde kerkeraad van Enkhuizen een vergeefse poging om de pastoor van Urk tot het calvinisme te bekeren. Dertig jaar later werd de eerste dominee geïnstalleerd. Hij kreeg het zwaar, zowel materieel als mentaal. Midden 17de eeuw werd Urk nog steeds geregeld bezocht door rondreizende priesters. Pas rond 1700 was heel Urk protestant. Die omslag was sterk bevorderd door het feit dat Urk een nieuwe eigenaar had gekregen: de stad Amsterdam, waar al sinds 1578 de protestanten aan de macht waren. Wat bewoog de stad tot de aankoop van het eiland?

Vuurtoren met plat dak
Al in 1617 hadden de Staten van Holland op aandrang van Amsterdam op Urk een vuurtorentje laten bouwen, met een plat dak waarop een kolenvuur werd gestookt. Ook zonder toren was het hooggelegen eiland sinds mensenheugenis een baken op de Zuiderzee geweest. Schepen liepen gevaar vast te lopen op de ondiepten van het Enkhuizerzand. Kustafslag dwong de vuurtoren tot drie keer toe landinwaarts, tot ze in 1662 op de huidige plek kwam. De kwetsbare kust was een risico voor de bakenfunctie die het ‘vuur van Urk’ vervulde. Hoe bezorgd Amsterdam ook was, heer Van de Werve deed er niets aan, want Urk leverde hem weinig op. Uiteindelijk liet hij zich overhalen op 4 oktober 1660 Urk voor ƒ 14.000,– aan de stad te verkopen. Namens de vier Amsterdamse burgemeesters trad de machtige Andries de Graeff als nieuwe heer van Urk aan. In augustus 1661 bracht een hoge delegatie voor het eerst een officieel bezoek aan Urk. De schout en vier burgemeesters van het eiland beloofden toen plechtig nu toch echt protestant te worden, waarna ze luisterden naar een preek van de dominee en de Amsterdammers in het huis van de schout (het informele gemeentehuis) een vorstelijke maaltijd voorzetten.

Die ‘investering’ was het wel waard. Sindsdien besteedde Amsterdam veel geld en moeite aan de kustversterking van Urk en het herstel van stormschade. In 1710 en 1752 werden bovendien in Amsterdam twee grote loterijen voor Urk georganiseerd. En toen het  kerkje van Urk weer eens was omgewaaid, werd op initiatief van Amsterdam maar goeddeels op kosten van Holland een door de Amsterdamse bouwmeester Samuel Creutz ontworpen godshuis gebouwd. Bescheiden maar stevig en charmant, nu bekend als het Kerkje aan de Zee. 

Financieel bleek Urk voor Amsterdam een bodemloze put, al slaagde de stad er nu en dan in ook het gewest Holland een bijdrage te laten leveren. Ten slotte wist de stad het gewest er toe te bewegen het beheer van Urk in 1792 over te nemen. 

Maar intensieve contacten bleven er nog lang. Tot ver in de 20ste eeuw verkochten  Urkers hun vis in Amsterdam en Urkse meisjes schijnen hier nog in de jaren dertig zeer welkom te zijn geweest vanwege hun properheid en toewijding. Op Urk bleef men zich spiegelen aan de Amsterdamse traditie van handel en scheepvaart, ook nadat het in 1939 ophield een eiland te zijn. De Urker vissersvloot is een van de belangrijkste in de Europese Unie.

Met de bijbehorende illustraties: https://onsamsterdam.nl/urk-was-ooit-van-amsterdam

Geplaatst in Amsterdam, Geen categorie, Onderwijs, Politiek | 14 reacties